Cellengewelf0000.0011

 

 Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid/1e druk: 1953 [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin "Cellengewelf": blz.: 117, 188

- Thunnissen, H.J.W., Gewelven. Hun constructie en toepassing in de historische en hedendaagse bouwkunst. Amsterdam (Ahrend), 1950. [351 blz. ISBN -]. Hierin "Cellengewelf (voûte cellulaire - cell vault - Cellengewölbe) (Pruisisch gewelf)": blz. 168 ("Wanneer men veeldelige gewelven maakt met sterk sprekende graten zonder uitwendige ribben, verkrijgt men de zogenaamde cellengewelven. Vooral in de Oostzee-provincies komt het cellengewelf veel voor, waarom het dan ook wel het Pruisisch gewelf genoemd wordt" - dit is de relevante tekst volledig), 180-181

- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Eerste deel: A - K. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [679 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 289 ("Cellengewelf").